marja de vries
Leren en onderwijs op weg naar floreren
door Marja de Vries
artikel geschreven voor het tijdschrift Educare september 2011.
De vraag die me naar de universele wetmatigheden leidde was ‘Hoe kunnen we helder krijgen wat werkt en wat niet werkt? Wat ik zo ontdekte was, dat als we vanuit een heel breed perspectief naar het universum en alles daarbinnen kijken, het geheel wel heel complex lijkt, maar dat dat complexe systeem volgens bepaalde wetmatigheden blijkt te werken. Dankzij deze wetmatigheden blijkt het universum bij nader inzicht een prachtige achterliggende ordening en harmonie te kennen. Wanneer we eenmaal deze principes kennen, dan vormt dat een kader op basis waarvan alle aspecten van onszelf en de wereld om ons heen als puzzelstukjes op hun plaats vallen. Het onthult niet alleen hoe het universum en alles daarbinnen werkt, maar ook hoe onvoorstelbaar mooi dat alles in elkaar steekt: het werkt namelijk in principe optimaal voor alles en iedereen.
Wij als mensen zijn ook een onderdeel van dit prachtige systeem. Wij kunnen er voor kiezen om in overeenstemming met deze wetmatigheden te leven, zodat ook wij een harmonisch onderdeel zijn van dat grotere geheel, en alles op een diep niveau in ons voordeel werkt. We kunnen er daarentegen ook – bewust of onbewust - voor kiezen om dingen zo te doen dat ze daarmee in strijd zijn. In dat laatste geval kost het ons meer energie, omdat we weerstand creëren – we roeien tegen de stroom in. De recente (her) ontdekking van deze universele wetmatigheden onthult dat wij in onze westerse samenleving – meestal onbewust - vaak de werking van deze achterliggende wetmatigheden tegenwerken of blokkeren. Daarom kunnen we met het inzicht in deze wetmatigheden ons voordeel doen, want dat maakt het mogelijk om het bewust als referentiekader te gebruiken bij al onze persoonlijke en maatschappelijke vernieuwingen. Integreren we de universele wetten in ons persoonlijk leven, onze samenleving en ons onderwijs, dan wordt het voor iedereen mogelijk om een zinvol, betekenisvol en vreugdevol leven te leven in harmonie met het grotere geheel.
Wereldbeeld
Wat hierbij belangrijk is om ons allereerst te realiseren dat het inzicht in de universele wetten een geheel nieuw wereldbeeld onthult. Dat betekent dat de wereld heel anders in elkaar blijkt te zitten dan we lange tijd binnen de westerse cultuur hebben gedacht. Ons wereldbeeld, dus de verzameling overtuigingen die we hebben over hoe de wereld werkt en in elkaar zit, heeft grote invloed op alles wat we doen. Het bepaalt wat we waarnemen, welke keuzes we maken, hoe we ons gedragen, en wat we denken dat onze behoeften zijn. Het beïnvloedt de aard van onze relaties, wie we denken dat we zijn, wat we denken dat we kunnen en ook hoe we naar kinderen kijken. Kortom, of we ons daar nu wel of niet bewust van zijn, ons wereldbeeld bepaalt hoe we ons leven, en hoe we onze samenleving en onze opvoeding en onderwijs vormgeven.
Een ander wereldbeeld zet daarom alles wat we gewend waren op de kop. Het biedt ons nieuwe perspectieven en opent een wereld aan mogelijkheden voor ons. Op basis van het nieuwe wereldbeeld wordt het leven in feite veel begrijpelijker, want het betekent de herontdekking van de basisregels van en voor het leven. Vergelijk het met autorijden. Als we nooit rijlessen hebben gehad, is de kans dat we brokken maken zeer groot. Hebben we wel rijinstructie gehad, dan zal onze rijervaring veel optimaler zijn. Het vraagt echter wel dat we de manier waarop we gewend zijn dingen te doen op basis van gewoontes en aangeleerde culturele veronderstellingen ter discussie durven te stellen en daar waar nodig los laten.
De onlosmakelijke samenhang
Terwijl we op basis van het dualistisch wereldbeeld gewend zijn om alles los van elkaar te zien, geeft het holistische wereldbeeld op basis van de universele wetmatigheden ons juist inzicht in de onderlinge verbanden. Zo wordt ook duidelijk dat er een onlosmakelijk samenhang blijkt te bestaat tussen ons wereldbeeld, onze staat van bewustzijn en de manier waarop we ons leven en onze samenleving organiseren. Wanneer we begrijpen hoe deze drie aspecten onlosmakelijk samenhangen, wordt ook duidelijk hoe ingrijpend de verandering zal zijn, als we willen dat de universele wetmatigheden een integraal onderdeel van ons leven, onze cultuur en ons onderwijssysteem worden. Het holistische wereldbeeld hangt onlosmakelijk samen met een staat van bewustzijn die gekenmerkt wordt door innerlijke balans en een organisatievorm op basis van gelijkwaardigheid, waarbij verbinden het belangrijkste organisatieprincipe is. Omdat deze drie aspecten allemaal in overeenstemming zijn met de werking van de universele wetten maakt deze combinatie floreren mogelijk. Het dualistische wereldbeeld daarentegen, dat in vele opzichten niet in overeenstemming is met de werking van de universele wetmatigheden, gaat samen met een staat van bewustzijn die gekenmerkt wordt door permanente onbalans en een hiërarchisch organisatievorm, gebaseerd op ongelijkheid en waarbij rangschikken het belangrijkste organisatieprincipe is. Omdat dit allemaal niet in lijn is met de werking van de universele wetten functioneert leven op basis van deze drie aspecten verre van optimaal.
Onze natuurlijke staat van zijn
De staat van innerlijke balans die samengaat met het holistisch wereld beeld is onze natuurlijke staat van zijn, waarin we allemaal als kind geboren worden. Het is een staat van zijn die gekenmerkt wordt door een dynamische balans tussen schijnbaar tegengestelde maar onlosmakelijk met elkaar verbonden en elkaar complementerende aspecten (Wet van Dynamische Balans). De ene helft van de dynamische balans is een naar buitengerichte beweging en de andere helft van de dynamische balans is een naar binnengerichte beweging, die samen een eenheid vormen.
De dynamische balans tussen schijnbaar tegengestelde maar elkaar complementerende aspecten: |
Het bijzondere van deze staat van zijn is dat wat we ervaren als innerlijk juist en kloppend in harmonie is met de universele wetmatigheden of we die nu kennen of niet. Wanneer we trouw zijn aan dit innerlijke gevoel, kunnen we meebewegen met de achterliggende dynamiek en dus leven alsof we de wind in de rug hebben. Daarom kunnen we in deze staat in alle opzichten optimaal functioneren: we kunnen optimaal fysiek presteren, optimaal helder denken, leren, en ons talent ontwikkelen. Het is de staat waarin we optimaal gezond, creatief en innerlijke gemotiveerd zijn en in deze staat van zijn ervaren we vreugde en vervulling in ons leven. In onze cultuur kennen we deze natuurlijke staat van zijn eigenlijk vooral van kleine kinderen, die het contact met hun innerlijke wijsheid en innerlijke motivatie nog niet zijn verloren. Daarnaast kennen we het van spiritueel ver ontwikkelde individuen die er in geslaagd zijn om hun innerlijke balans te herstellen.
Uit balans – hinkelen op één been
De Wet van Dynamische Balans laat ons zo zien, dat wat wij in onze westerse cultuur beschouwen als onze normale staat van zijn eigenlijk een staat van permanente onbalans is, vergelijkbaar met permanent hinkelen op één been. We zijn namelijk gewend om slechts één helft van de dynamische balans – het naar buitengerichte, mannelijke aspect - aandacht te geven en de complementerende andere helft - het naar binnen gerichte, vrouwelijke aspect - te verwaarlozen of te negeren. Onbewust en met de beste bedoelingen opvoeden en onderwijzen we kinderen zodanig, dat de meesten van hen rond de leeftijd van 10 jaar ook permanent uit balans zijn. Dit zien we onder andere weerspiegeld in het werk van belangrijke grondleggers van het huidige onderwijs, zoals Jean Piaget (1896 – 1980) en Lawrence Kohlberg (1927-1987). Het onderzoek van Jean Piaget richtte zich vrijwel uitsluitend op de ontwikkeling van het rationeel analytisch vermogen bij kinderen, zonder zich te realiseren dat het rationeel analytisch vermogen slechts één helft is van de dynamische balans. Het complementerende gevoelsmatig-intuïtief vermogen werd en wordt op veel plekken nog steeds volledig over het hoofd gezien en daarmee ook het contact met ons innerlijk weten, onze innerlijke motivatie en uiteindelijk het contact met wie we in essentie zijn. Op een vergelijkbare manier ging Lawrence Kohlberg er vanuit dat de morele ontwikkeling van kinderen een proces is dat verloopt van een situatie waarin we in relatie zijn (in lijn met de Wet van Eenheid) naar steeds verdere afscheiding. Hij realiseerde zich daarbij niet dat de situatie van volledige afgescheidenheid, die hij beschouwde als werkelijk volwassen, een illusie is die we alleen ervaren in een staat van permanente onbalans. Het onderzoek van Jean Piaget en Lawrence Kohlberg beschrijft op deze manier dus eigenlijk niet de ontwikkeling van een kind in het algemeen, maar in plaats daarvan de ontwikkeling van een kind in een samenlevingen waarin de normale staat van zijn een staat van permanente onbalans is. Het beschrijft dus de ontwikkeling van de natuurlijke staat van balans waarin alle kinderen geboren worden naar de staat van permanente onbalans. In andere woorden, het beschrijft het process van lopen op twee benen naar permanent hinkelen op één been.
De staat van balans behouden
Wanneer we dat eenmaal begrijpen en zien dat het voor alles en iedereen beter is dat kinderen hun natuurlijke staat van balans behouden, omdat dat de staat is waarin we kunnen floreren, zien we welke kant we op zouden willen met veranderingen en vernieuwingen in het onderwijs. Wanneer we er voor kunnen zorgen dat kinderen hun natuurlijke staat van balans behouden, blijven ze in contact met hun innerlijke wens om te leren, met hun innerlijke autoriteit, hun unieke talenten, hun innerlijk weten, en met wie ze in essentie zijn. Wanneer een kind vanaf dag één alle ruimte krijgt om vanuit die innerlijke motivatie te leren, blijkt dat het willen leren nooit ophoudt.
De essentie van het verschil hierbij is of we uitgaan van externe autoriteiten, die kinderen vertellen wat ze wel en niet moeten doen, en dus wat ze moeten leren, hoe ze moeten leren, wanneer ze wat moeten leren en wat goed en fout is, of dat we er van uitgaan dat iedereen uniek is en dat iedereen dus ook kinderen een innerlijke autoriteit hebben. Dat wil zeggen een innerlijke motivatie om dingen te doen en te leren en uitdrukking te geven aan wie we zijn. Als we uitgaan van externe autoriteiten gecombineerd met hiërarchische vormen van organisatie, is het vrijwel onvermijdelijk dat kinderen het contact met hun essentie en hun innerlijke autoriteit verliezen, permanent uit balans raken en tenslotte volledig afhankelijk worden van die externe autoriteiten.
Contact met innerlijke autoriteit
Als we daarentegen streven naar vormen van leren en onderwijs die kinderen ondersteunen en stimuleren om het contact met hun interne autoriteit te behouden gecombineerd met vormen van organisatie op basis van gelijkwaardigheid, waarbij verbinden het belangrijkste organisatieprincipe is, maken we het mogelijk dat kinderen trouw kunnen blijven aan wie ze in essentie zijn en het contact met zichzelf niet kwijt raken. In dit laatste geval is het niet nodig dat leerkrachten controle over het leerproces hebben, maar eerder dat ze waarnemen wat er gaande is en kinderen in hun unieke leerprocessen begeleiden. Dat maakt het mogelijk dat kinderen van nature met plezier leren en om leren te zien als een natuurlijke aspect van het leven (Wet van Ritme). Wanneer we er voor kunnen zorgen dat kinderen in contact blijven met hun eigen innerlijke autoriteit en op een vanzelfsprekende manier in relatie blijven met de mensen en de wereld en de natuur om hen heen, vormt dat hun basis voor het kunnen maken van bewuste keuzes, liefdevolle aandacht voor het leven en zijn in harmonie met zichzelf, elkaar en al het andere. Daar is het grote verschil.
Wat leren
Willen we opvoeding en onderwijs zodanig vorm geven dat kinderen hun natuurlijke staat van balans kunnen behouden, betekent dat ook de keuze om niet langer het dualistische wereldbeeld op basis waarvan alles los van elkaar gezien wordt en het grote overzicht uit het oog wordt verloren, aan kinderen door te geven. In plaats daarvan vraagt dat om de innerlijk kennis die kinderen in de natuurlijke staat van zijn hebben van de universele wetten te erkennen en te bevestigen. In andere woorden het vraagt om kennis van de wereld gebaseerd op het holistische wereldbeeld, dat duidelijk maakt hoe alles met al het andere samenhangt. Want wanneer we ons bewust zijn van alle onderlinge relaties, geeft dat een heel ander perspectief op alles wat we doen. Het bepaalt de houding waarmee we in het leven staan, onze keuzes en prioriteiten en hoe we met elkaar omgaan.
De essentiële rol van onderwijs
Dit onthult ook dat zo’n ingrijpende transformatie van opvoeding en onderwijs onlosmakelijk samenhangt met de samenleving, waar zij een onderdeel van zijn. Een transformeren naar vormen van leren en onderwijs, zodat inzicht in de werking van de universele wetmatigheden een inherent onderdeel is van de onderwijscultuur, vraagt dat ook om een vergelijkbare transformeren van de samenleving als geheel. Dit maakt enerzijds duidelijk dat de transformatie van de samenhangende aspecten – wereldbeeld, staat van bewustzijn en organisatievorm – een nogal ingrijpend project is. Anderzijds onthult het grotere plaatje dat we de keuze hebben om via opvoeding en onderwijs de bestaande ‘Samenleving uit Balans’ in stand houden en versterken. Dan zullen we blijven kijken zoals we altijd hebben gekeken, blijven denken zoals we altijd hebben gedacht, geloven wat we altijd hebben geloofd en doen wat we altijd hebben gedaan. Het betekent dat we zo onbewust de werkelijkheid blijven creëren zoals we die tot nu toe hebben gecreëerd.
Anderzijds wordt zo ook duidelijk dat we er voor kunnen kiezen om opvoeding en onderwijs en dus hoe we met kinderen omgaan juist een sleutelrol te laten spelen bij de transformatie naar een ‘Samenleving in Balans’, dus naar een samenleving waarbij de universele wetten een inherent onderdeel van de cultuur vormen. Want wanneer het ons lukt om een onderwijssysteem te creëren waarbinnen kinderen in de natuurlijke staan van balans kunnen blijven, opent dat ook de mogelijkheid om een cultuur te creëren waarbinnen de staat van balans de normale staat van zijn is. Dat maakt het mogelijk dat iedereen zijn of haar unieke talenten optimaal kan ontwikkelen en op een unieke en optimale wijze bij kan dragen aan het welzijn van alles en iedereen.Dat vormt de basis van een manier van leven die het meeste voldoening schenkt. Kortom, dit biedt een toekomst visie voor de lange termijn: een leven van floreren in balans met onszelf, de mensen om ons heen, de natuur en het universum.
Tips voor een paar eerste stappen |
Meer weten?
Op 1 oktober 2011 is er op het landgoed Duinlust in Overveen een dag rond het thema ‘Universele wetten & Leren en Onderwijs’. Ben je geïnteresseerd in hoe de universele wetten in de praktijk van leren en onderwijs geïntegreerd kunnen worden, en ontmoet je graag mensen die daar ook mee bezig zijn dan nodig ik je graag uit om ook te komen.
Aanmelden via universelewetten@duinlust.com
Zoe voor meer informatie